Select Page
De welvaart neemt toe en het gat tussen arm en rijk lijkt alleen maar groter te worden. Dat verschil is terug te vinden op allerlei vlakken, waaronder levensverwachting. De onderste helft van de inkomensgroepen leeft structureel 7 tot 10 jaar korter en dat gat wordt niet kleiner. Vooral mensen met een lager opleidingsniveau, maar ook ZZP’ers lopen steeds vaker meer risico.
 

Armoede in Nederland

De officiële cijfers komen uit 2013 en toen bleken er 1.1 miljoen mensen onder de armoedegrens te leven. Die grens is bepaald op basis van een theoretisch referentiebudget bestaande uit maandelijkse noodzakelijke kosten en 96 euro participatiekosten zoals vakantiegeld en abonnementen. Voor een alleenstaande worden noodzakelijke kosten, volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau, gesteld op 1039 euro en voor een gezin met 2 kinderen op 1922 euro. Armoede treft niet alleen werkelozen, maar ook mensen met een voltijdbaan en ZZP’ers. Nu we uit de recessie zijn gekropen blijkt het aantal armen iets af te nemen, maar daarentegen neemt het aantal langdurige armen juist toe. De definitie van langdurig wordt gesteld op 4 jaar of langer levend onder de armoedegrens. De mensen met een laag opleidingsniveau en met deeltijdbanen zijn het meest kwetsbaar. Het aantal armen onder ZZP’ers neemt eveneens toe en 1 op de 6 leeft onder de armoedegrens. Dat is nog een conservatieve schatting aangezien inkomen boven de armoedegrens geen rekening houdt met eventuele (studie)schulden. 

Economie uit de 20e eeuw

Conservatieve politici leunen op de zogenaamde ‘supply-side’ theorie die draait om productie. Help bedrijven om hun winst te maximaliseren en ze zullen het geld investeren in onderzoek en ontwikkeling, waardoor ze kunnen blijven innoveren. De meest eenvoudige manier om dit te doen is belastingverlichting, maar dat leidt doorgaans tot een toename van overheidsschulden. De meest recente belastingverlaging onder president Trump vergroot de Amerikaanse overheidsschuld met een biljoen per jaar. John Keynes zag daarentegen een meer actieve rol van de overheid die geld moest lenen en weer uitgeven aan bijvoorbeeld publieke infrastructuur. Hierdoor zou werkgelegenheid zou ontstaan, waardoor de bevolking weer werk had en geld uit zou geven. Het Keynesiaans model bleek solide tot het in de jaren zeventig van de vorige eeuw tegen problemen aanliep die het niet kon oplossen, namelijk een toename van prijzen én werkeloosheid gelijkertijd. Dat was meteen het einde van een tijdperk. Men was inmiddels zo klaar met alle overheidsbemoeienissen, waardoor het neoliberalisme de kans kreeg. Het uitgangspunt is dat daarbij gestuurd wordt op marktwerking en vrijhandel, terwijl de invloed van staatsbedrijven en vakbonden wordt beperkt. Dat neoliberale gedachtegoed stuwde de economie tot grote hoogte, maar kreeg een flinke klap door de kredietcrisis in 2007 die de hele vrije wereld op zijn knieën dwong. Zonder overheidsregulering loopt het ook gierend uit de klauwen. Er zijn dus flinke verschillen tussen de theorieen, maar wat al deze economische ideeën met elkaar delen is dat het algeheel welbevinden gekoppeld is met economische groei. Dat centrale idee is niet meer van deze tijd.

De realiteit van de 21e eeuw

Eeuwenlang bleek de wet op te gaan dat de groei van bedrijven leidde tot verbetering van de betrokken maatschappij. Een bedrijf dat groeit neemt immers meer mensen aan, waardoor er meer geconsumeerd kan worden. Dat is niet langer het geval. Bedrijven kunnen door automatisering en robotisering groeien tot monsterlijke proporties zonder dat het leidt tot meer werknemers. De enorme pakhuizen van het Chinese Alibaba en het Amerikaanse Amazon wordt vooral bevolkt door robots, die 70% van het werk doen. Van Amazon is inmiddels ook duidelijk dat zij in 2018 geen cent inkomstenbelasting hebben betaald, terwijl ze veel lokale winkels compleet failliet concurreren. Hoewel e-commerce de transportsector flink heeft geïnjecteerd, zullen werknemers uit die branche het volgende slachtoffer worden. Zelfrijdende transportauto’s zullen waarschijnlijk binnen tien tot vijftien jaar de weg domineren en zal groei niet meer leiden tot meer banen. De snelheid waarmee dit allemaal plaatsvindt is het probleem, aangezien er simpelweg geen tijd is voor koerscorrectie. Dat geldt voor de stijging van de CO2 niveaus en ook voor het uitsterven van levensvormen op deze planeet. Het is van alle tijden, maar de snelheid waarmee het nu gebeurt is het grote probleem en dat geldt dus ook voor de banen. Als een complete sector ten gronde gaat, dan zouden werknemers moeten omscholen, maar het tempo is niet bij te benen en zeker niet als je weinig kansrijk bent omdat je niet gemakkelijk kunt leren. Het is deze groep die behoort tot de langdurige armen en deze groep groeit, aangezien hun banen als eerste worden weggeautomatiseerd. In die groep zitten ook ZZP’ers. Dat lijkt vreemd, omdat verondersteld wordt dat zij voor zichzelf beginnen omdat ze ondernemender zijn. Die keuze is echter in veel gevallen minder vrijwillig  aangezien men ZZP’er werd omdat hun baan werd opgeheven. De markt in totaal groeit net als de economie, het consumentisme is onnavolgbaar en toch neemt het aantal langdurig armen toe. De kloof tussen arm en rijk wordt bedekt met een schaamlap van irrelevante economische groeicijfers. Het kapitalisme is aan modernisering toe.

Grote multinationals groeien op nooit eerder vertoonde snelheden zonder dat het leidt tot substantieel meer banen. Je kunt de huidige problemen niet meer aanpakken met tactieken uit de vorige eeuw. De korte video geeft een impressie van wat er nu al is en de toekomst wordt nog indrukwekkender.

Consumentisme

Nog nooit is het aanbod zo groot geweest als nu. De grote kledingwinkels hebben allang geen seizoencollecties meer, maar bevoorraden elke 4 tot 6 weken de winkels met nieuwe ontwerpen. Elke nieuwe collectie leidt namelijk tot een koopstimulans. De totale markt groeit en leidt tot consolidatie van partijen die de investeringen kunnen veroorloven om te optimaliseren. In Nederland wordt een partij als BOL het blauwe monster genoemd. Het is een winkel, maar ook een platform waar andere verkopende partijen hun spullen mogen verkopen waardoor het aanbod verder geconcentreerd wordt. Men kan dan eindeloos blijven consumeren vanuit de luie stoel. Zelfs als men geen cent te makken heeft blijft men kopen. De markt heeft daar oplossingen voor gevonden in de vorm van termijnbetalingen en om het extra aantrekkelijk te maken hoeft men pas een jaar na aankoop te beginnen met betalen van het eerste termijn. Het levert niet alleen direct genot, maar het vervult ook een basisbehoefte, namelijk die van erkenning. Een nieuwe grote televisie valt op in de straat en leidt tot bewonderende opmerkingen en meer bezoek tijdens wedstrijddagen. Dat soort feestelijkheden gaan vaak gepaard met eten en drinken. Dat streven naar erkenning zien we ook bij het bestellen van fastfood, want het nemen van een large of een XL-menu wordt gezien als een statussymbool. Het probleem is echter niet dat men zich niet realiseert dat het ongezond is, maar dat het geen prioriteit heeft. De suikertaks lijkt dan ook geen oplossing. Het leidt alleen maar tot een verschuiving van het probleem, zoals we in Philadelphia zien. De huidige situatie van armoede en weinig toekomstperspectief ontneemt hoop. Als je geen reden hebt om te leven, dan is de waarde van gezondheid zeer gering. Het enige wat nog overblijft is simpelweg consumeren. Nu is deze groep nog beperkt, maar verdere automatisering en robotisering zullen nieuwe slachtoffers gaan eisen en ook die zullen onverminderd blijven consumeren en daarmee verder afdalen in de negatieve spiraal. 

De suikertaks in Philadelpha leidde idd tot minder afname van frisdrank in de stad, maar de aankopen net buiten de stad compenseerden deze ruimschoots, vooral in de duurdere wijken. Het betekent dat het geen effect heeft gehad en dat de armen die minder mogelijkheden hadden om buiten de stad te winkelen, juist extra getroffen worden door de hogere prijzen.

Het universeel basisinkomen

Onverminderde automatisering en snelle wisselingen in de arbeidsmarkt leiden nu al tot een toename van de groep die langs de zijlijn moet blijven. De huidige economische modellen lossen dat probleem niet op, omdat ze thuishoren in de 20e eeuw. Die uitzichtloosheid kan mogelijk gekeerd worden door het universeel basisinkomen, maar men is sceptisch. Tegenstanders claimen dat het universeel basisinkomen niet kan werken, aangezien mensen het geld niet verstandig zullen besteden. De huidige armen doen dat nu ook niet. Het zou bovendien leiden tot apathie, aangezien het kapitalisme een motor is van de innovatie. Als we bij die laatste beginnen is het duidelijk dat we prachtige vindingen hebben. Denk aan gps, het internet, de microchip, maar ook ledverlichting en het touchscreen. Zou je nog zonder kunnen? Zouden deze kunnen ontstaan zonder kapitalisme? Het antwoord is volmondig ja, aangezien elk van deze vindingen gefinancierd is met publiek geld en geproduceerd zonder winstoogmerk. Dit is nog via directe sturing van de overheid, maar hoe zou het zijn in een open maatschappij? Verschillende proeven met het basisinkomen tonen aan dat ze blijven produceren en innoveren, maar dat zijn vaak korte termijnproeven. Er is ook een voorbeeld van een permanent additioneel inkomen, namelijk in de Amerikaanse staat Alaska. Het geld dat verdiend wordt door oliemaatschappijen beland in de schatkist van de lokale overheid. Daar is besloten dat inwoners al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, een dividend krijgen van deze opbrengsten in de vorm van een onvoorwaardelijke 1000 tot 2.000 dollar. Dat is bijlange na geen universeel basisinkomen, maar wel extra inkomen. Dat heeft niet geleid tot meer werkeloosheid, terwijl het aantal deeltijdbanen juist met 17 procent is toegenomen. Mensen die nu in een baan zitten waar ze eigenlijk niet thuishoren, kunnen kiezen voor een betere baan met minder salaris, waardoor hun welbevinden toeneemt. Dit effect is consistent gevonden uit alle proeven. In Alaska zijn ze er nuchter over. Als je het geld houdt bij de overheid dan verprutsen ze het toch maar. Geef het dan direct aan de burger, want die kan dat zelf ook uitstekend. De moderne psychologie voorspelt dat erkenning een basisbehoefte is, die bijdraagt aan de motivatie om te werken en te innoveren. Mensen reageren inderdaad op de wortel en de zweep, maar ook bij afwezigheid ervan blijven ze doelen houden en nastreven. Mensen doen namelijk dingen omdat ze het leuk vinden of omdat ze het nuttig vinden en er is een gerede kans dat het universeel basisinkomen dat beter kan faciliteren dan het huidige model. Het hele idee dat mensen apathisch zouden worden, omdat ze ‘gratis’ geld krijgen is niet alleen in strijd met de theorie, maar ook met al het empirisch bewijs. Toch heeft niet elke staat of elk land grondstoffen waarmee een dergelijk inkomen gefinancierd kan worden en men moet op zoek naar alternatieven. 

De nieuwe financiering

In het algemeen werd aangenomen dat het een onbetaalbare utopie is, maar de Nederlandse historicus Rutger Bregman haalde het wereldnieuws toen hij tijdens het Wereldeconomisch forum in Davos, stelde dat de enige manier om de economische problemen op te lossen het aanpakken is van belastingontduiking. De rijken zouden hun eerlijk aandeel moeten betalen door middel van progressieve belastingdruk. Hij herinnerde ons eraan dat in de VS na de tweede wereldoorlog de progressieve belastingdruk op kon lopen tot 90 procent. Dat het basisinkomen gefinancierd gaat worden door de superrijken zoals Bregman voorstelt is echter weinig realistisch. De Amazons van deze wereld hebben legers aan fiscaaljuristen die elke maas in de wet maximaal weten te benutten. Zij gaan ook een nieuwe weg vinden als de regels veranderen. Er zijn echter veel interessantere alternatieven. In de huidige tijd hebben we te maken met automatisering en robotisering. Een voorstel is geld ophalen via robottaks. Je neemt geen werknemers meer aan, maar robots? Dan ga je jaarlijks belasting betalen voor het bezit van een robot, zoals je ook voor wegenbelasting betaalt. Jouw transportauto’s rijden zelf, dan betaal je ook  robottaks. Het moet gemakkelijker worden om werknemers aan te nemen, maar ook om ze te ontslaan. Een economische factor die de 21e eeuw domineert is consumptie. Arm en rijk doen het en het is een alternatieve vorm van erkenning. Of het nu draait om dure auto’s of om een supergrote televisie die je pas volgend jaar hoeft af te betalen. Het kan een bron van financiering zijn voor het basisinkomen. We hebben het dan over BTW. Iedereen een basisinkomen, rijk of arm, maar dan gaat het btw-tarief ook omhoog met een flink percentage voor alle luxe producten. Voor basiszaken zoals (onbewerkt) voedsel, huur, etc. blijft het laag of verdwijnt het zelfs. Daarmee daalt weliswaar de koopkracht, maar dat wordt voor de armen gecompenseerd door het basisinkomen. Wat we wegnemen zijn de zorgen van armoede, terwijl de rijken meer belasting gaan betalen omdat ze simpelweg duurdere (en meer) spullen kopen. Als we het consumentisme niet kunnen keren, dan maken we er maar gebruik van. Het kapitalisme blijft gewoon bestaan, maar met wat kleine aanpassingen. Dit zijn slechts twee voorstellen van financieringsstromen die meer van deze tijd zijn en het zijn zeker niet mijn ideeën. Ik schrijf vooral over dit soort zaken om mijn gedachten te sorteren en omdat het raakvlakken heeft met vitaliteit in bredere zin. Ik laat het aan de knappe koppen over om met een sluitend budget te komen en het zal vast niet eenvoudig zijn, maar het is overduidelijk dat het systeem dat we nu handhaven niet meer houdbaar is.

De schokkende uitspraken van Rutger Bregman op het Wereldeconomisch formum in Davos 2018, die hem wereldwijd veel publiciteit opleverde.

Van zero naar hero

Hoewel de langdurige armoede begint toe te nemen, heeft armoede altijd al bestaan. Het is de vraag hoe het mogelijk is dat deze grote groep genoegen neemt met deze kansloze positie. Dit lijkt alles te maken te hebben met het idee dat eenieder van zero naar hero kan gaan, als men maar hard genoeg werkt. De kans is echter astronomisch klein en zelfs als je keihard werkt is het alleen weggelegd voor de happy few. Toch blijft men er heilig in geloven, het is namelijk de Amerikaanse droom. Elk mens kampt met een zogenaamde ‘perceived locus of causality’, het idee dat er altijd een oorzakelijk verband is en dan nog liefst een waar je zelf controle over hebt. En hoewel de meningen verschillen over het aandeel, kunnen we toch wel stellen dat het aandeel sterk overschat wordt. Als de weg van zero naar hero in 5 stappen zou worden verdeeld is de kans veel groter dat men in een mensenleven slechts één stap kan verschuiven richting hero. Die kans wordt gemiddeld met 500 procent overschat. Dat geldt ook voor bedrijven, want we geven graag prijzen aan innoverende concepten en briljante marketingcampagnes die aan de voet staan van het succes, maar het is één grote illusie. Een goed voorbeeld is de muziekindustrie die heel veel ervaring heeft met het lanceren van wereldwijde successen. Zij kunnen putten uit een grote poel van talenten met knappe gezichtjes en mooie stemmen die ze combineren met de beste songwriters en een dijk van een marketingcampagne. Toch blijkt 90 procent van die investeringen te mislukken. Zelfs voor dit soort door de wol geverfde professionals is succes dus grotendeels het gevolg van toeval. Hetzelfde geldt voor beleggen, want apen die willekeurige keuzes maken blijken even succesvolle portefeuilles te beheren als professionele beleggers. Het idee dat je succes vooral het gevolg is van eigen verdienste is niet alleen onzinnig, maar zelfs gevaarlijk. Het leidt tot een maatschappij met weinig compassie en een toename in stigmatisering, waardoor de onderkant de kans wordt ontnomen om zelfs maar een waardig leven te leiden. 

Conclusie

In het verleden draaide het om handjes en meer economische groei betekende meer werk voor handjes. Dat economische concept is niet langer meer geldig, want de koppeling tussen economische groei en werkgelegenheid is rap aan het verdwijnen. Dat is interessant, aangezien arbeid wordt belast en wellicht zouden we arbeidsvermindering moeten belasten. Automatisering zal banen als sneeuw voor de zon laten verdwijnen en het zorgt ervoor dat de kwetsbare groep niet meer kan herstellen. Daarmee wordt geknaagd aan het vermogen om te werken aan en het recht op een waardig leven, waardoor de vitaliteit in het geding komt. Het enige wat overblijft is consumeren als een manier om erkenning te krijgen of simpelweg als middel om het gevoel van leegte te onderdrukken. Nog nooit in de menselijke geschiedenis heeft consumeren zo’n prominente plaats ingenomen. Het is wat rijk en arm delen. Het zou dan ook wel eens de sleutel kunnen zijn waarmee we het probleem op kunnen lossen, aangezien we daarmee een basisinkomen kunnen financieren. Een dergelijk basisinkomen zou wel eens kunnen bijdragen aan een waardig leven. Dat lijkt geen nadelige effecten te hebben op innovatie of productiviteit, maar het zou wel creativiteit kunnen stimuleren of leiden tot banen die beter bij je passen maar minder verdienen. De regels zijn veranderd, we kunnen de huidige problemen niet meer aanpakken met denkbeelden uit de vorige eeuw. 

Aanvullende notities:

  • 10 juni 2019: 15:00u Conclusie herschreven en duidelijk gemaakt dat Alaska geen basisinkomen heeft, maar een jaarlijkse uitkering. 

Geraadpleegde bronnen:

  • Vermeld in de tekst