Select Page

Claudius Ptolemaeus was de grondlegger van het geocentrisch model dat uitgaat van de aarde als centrum van het heelal en het paste perfect in de antropocentrische visie van de kerk, waarbij de mens het middelpunt van de creatie was. Met de inwisseling voor het heliocentrisch model van Copernicus, maakten we een einde aan het tijdperk van duizend jaar middelmatigheid, genaamd de Middeleeuwen. Dat moet een enorme strijd zijn geweest, een waar ik aan moet denken als ik met veganisten debatteer over mijn blog ‘Is de morele superioriteit van het veganisme misplaatst?‘. Het leidt doorgaans tot ongekend felle reacties en het is handig om deze eerst te lezen, want dit blog gaat over de dagendurende discussies die erop volgden via sociale media.

Matten met hooligans
De inquisitie
Sociale media nodigen uit om met meerdere mensen te interacteren. Het is een prachtige manier om iets met elkaar te delen of van gedachten te wisselen. Bij het onderwerp voeding verandert het sentiment, aangezien dat leidt tot intenties die niet zoveel te maken hebben met delen of uitwisselen van gedachten. In rap tempo worden mensen ‘getagd’ die alleen reacties liken die hun overtuiging steunen en dan ongeremd hun plas laten gaan. Het collectief van eensgezinden, acteert dan als de inquisitie, die andersdenkenden moet straffen. Niet gehinderd door kennis of schaamte, lezen ze mij de les over onderwerpen waar ze heel duidelijk onvoldoende kennis van hebben. Aangezien ik lijd aan BS intolerantie brengt een dergelijke attitude, zeker niet het beste in mij naar boven. Ik weet van te voren al waar ze mee komen, aangezien originaliteit en creativiteit geen vereiste is om deel te nemen aan deze digitale knokploeg. Je hoeft het alleen maar roerend met elkaar eens te zijn. Aangezien selectiedruk en variatie geen rol spelen bij de werving en selectie voor de knokploeg, word ik overspoeld met gekopieerde en daarmee slecht begrepen argumenten die standaard leiden tot een incestueus orgasme van likes. Bij lowcarbvoorstanders kon ik mij nog geruststellen door het toe te schrijven aan een glucosetekort of ketomist, maar ook de vele veganisten blijken niet immuun. Het zal wel niet zoveel met voeding op zich te maken hebben. Toch zijn er veganisten geweest die wilden leren, hoewel in de minderheid en letterlijk op een hand te tellen. Ze stelden serieuze vragen en waren bereid om hun eigen aannames te toetsen. Ik denk niet dat het invloed heeft gehad op hun levenskeuzes en het is ook niet mijn doel. Het is vooral jammer dat hun oprechte vragen overstemd werden door het hooligangedrag van de inquisitie, uitgelokt door een vraag van een andersdenkende.
Planten wel en dieren niet?
De vraag
De reacties vloeien voort uit mijn vraag waarom een plant wel mag sterven voor menselijk voedsel en een dier niet. Zodra de inquisitie zich ervan vergewist heeft dat het geen 1 april grap betreft, maakt geamuseerdheid plaats voor agressie. Mijn verwondering is gebaseerd op het idee dat mens, dier en plant, zelfpreservatie nastreven. Planten verdedigen zichzelf, gillen soms als ze aangevreten worden en waarschuwen andere planten binnen een straal van ongeveer 3 meter met signaalstoffen. Op basis daarvan kunnen we aannemen dat er sprake is van een drang naar zelfpreservatie. Mijn argument is dat de discriminatie van planten vooral voortvloeit uit gebrek aan empathie en niet zozeer uit ethische overwegingen. In mijn vorige blog licht ik het verschil met een voorbeeld toe. We weten niet of planten lijden, maar dat weten we van dieren en mensen ook niet. We kunnen immers niet voelen wat andere wezens voelen, ook bij andere mensen niet. Wij nemen dit dus aan op basis van waargenomen gedrag en extrapoleren onze eigen gevoelens. Als alle organismen gedrag vertonen van zelfpreservatie dat zich uit in vechten of vluchten, wat maakt het leven van een soort belangrijker dan die van een ander? Of zoals eerder gesteld, waarom mag een plant wel sterven om een mens te voeden en een dier niet? Deze vraag lijkt het effect te hebben van de spreekwoordelijke rode lap op een stier. De inquisitie beukt erop los met een mix van argumenten die geclusterd kunnen worden tot de gebieden neurowetenschap en de evolutietheorie.

 

Informatie is niet hetzelfde als kennis
Neuroblabla
Neurosexiness is een pleonasme, aangezien alles met het voorvoegsel, neuro, instant sexappeal lijkt te krijgen. Men lijkt ook in deze discussie geen genoeg te kunnen krijgen van neurogeblaat. Het argument dat planten niet kunnen lijden, omdat ze geen brein hebben, is al afdoende behandeld in mijn vorige blog. Toch probeert men het breinargument steeds op te werpen. Zo zouden dieren emoties hebben, omdat ze ook beschikken over neurotransmitters. De waarheid is dat we geen idee hebben hoe bewustzijn, pijn en emoties in het brein tot stand komen. Een analyse van fMRI onderzoeken laat geen enkel eenduidig patroon zien bij dezelfde emotie (Touroutoglou A 2015). Dan hebben we het niet eens over de enorme vervuiling in fMRI data die reikt van slechte metingen (hoofd niet vastgebonden), honderden verschillende analysemethoden die de data manipuleren tot en met een fout in een markt dominante softwarepakket dat pas in 2016 is ontdekt. Iemand durfde zelfs te beweren dat de neurotransmitter serotonine zorgt voor geluk. Het ongeloof dat volgt als ik hen vertel dat planten ook neurotransmitters hebben, dat geluk helemaal niet wordt veroorzaakt door serotonine, we geen vast plek hebben voor emoties of beschikken over een pijncentrum, leidt gek genoeg niet tot leergierigheid of vragen. Ridiculisering is het gevolg, maar als ik vraag om bewijs voor hun standpunt dan wordt deze niet beantwoord met kennis van zaken.

 

Soms wordt een poging gedaan door mensen die kennelijk de zwarte band hebben in Google-fu, waarbij ze informatie verwarren met kennis. Even iets Googlen, leidt niet tot kennis, maar hooguit tot een stok om mee te slaan. De compassie die men kennelijk heeft voor dieren, is heel duidelijk niet van toepassing op andersdenkenden, gezien de ridiculisering en het aantal stokslagen. Het argument dat het plausibel is dat dieren kunnen lijden, omdat we grote delen van de hersenanatomie delen, lijkt logisch, maar is problematisch. Het gaat uit van de veronderstelling van stapeling. Een goed voorbeeld is de hype rondom de spiegelneuronen, die kennelijk de basis zouden vormen van het (motorisch) leren tot en met het empathiseren. Het meest bekend werden ze waarschijnlijk door het boek ‘Het maakbare brein’ van Margriet Sitskoorn. Dat boek is nogal speculatief, aangezien veel van de claims extrapolaties zijn van observaties bij dieren. De spiegelneuronen zijn bij Macaque apen gevonden in het F5 gebied, analoog aan het menselijke Brocadeel, waar ze niet worden aangetroffen. Er is geen sprake van stapeling, er is sprake van een unieke ontwikkeling van per soort. We delen veel minder met andere dieren dan wordt verondersteld. Het is slechts een voorbeeld van waarom het breinargument veel kennis vereist en zelfs dan of juist dan, weinig bruikbaar is. Het is een antropocentrisch argument dat perfect past bij een geocentrisch wereldbeeld. Er was zelfs iemand die opperde dat je voor intelligentie en bewustzijn, hersenen nodig hebt van de mens. Ik stelde daarop voor, om in de nabije toekomst, eens over dit standpunt te debatteren met een vorm van kunstmatige intelligentie. Veel succes alvast!
Neocortex of isocortex?
De evolutietheorie
Een ethisch standpunt afleiden via observaties uit de evolutie is dansen op een hellend vlak, een nogal glad hellend vlak zelfs. Allereerst moeten we af van het idee dat evolutie de functionaliteit unidirectioneel stapelt. Het leidt tot het onzalige geocentrisch idee dat de mens alles heeft geerfd van lagere levensvormen. De neocortex is, ondanks de naam, niet echt nieuw of als laatste ontstaan, aangezien ook veel vogels beschikken over een dergelijke structuur, die een compleet ander evolutionair pad hebben gevolgd. Neurowetenschappers noemen de neocortex, dan ook liever de isocortex. Ook het hele idee dat het limbisch systeem ongewijzigd is tussen de soorten, is compleet onjuist. Het beperkte onderzoek dat gedaan is naar verschillen tussen soorten, laat juist opvallende verschillen zien. Het hele idee dat dieren emoties hebben en vooral zoogdieren, omdat ze een limbisch systeem hebben, is niet meer dan een veronderstelling. Het idee dat men überhaupt een brein nodig heeft, zoals die van ons om over emoties te beschikken, is uit de lucht gegrepen. Het is aanname of op aanname gestapeld en in de discussies die ik heb met de inquisitie, wordt het pijnlijk duidelijk, hoe weinig ze weten over de onderwerpen neurobiologie en evolutie, waar ze hun levenshouding op gebaseerd hebben. Daarmee heb ik niet gezegd, dat er geen veganisten zijn die wel verstand hebben van deze onderwerpen, maar ik kom ze helaas niet tegen. Het zou namelijk leerzaam zijn.
Een veelvoorkomend argument is dat planten niet hoeven te lijden, omdat ze niet hoeven weg te rennen. Het hebben van een systeem waarmee ze pijn kunnen ervaren zou inefficiënt zijn en de claim dat de natuur geen energie verspilt werd als feit geponeerd. Dat argument raakt kant noch wal, aangezien de staart van de pauw laat zien dat energie-efficiëntie op zichzelf staand geen doel is, maar voortplanting. Daarnaast bewegen planten weldegelijk door te groeien. Daarbij maken ze overigens weloverwogen keuzes, die niet te verwarren zijn met toeval. Het hebben van een alarmsysteem is handig bij beweging / groei, maar ook als je aangevreten wordt. Pijn prioriteert en dat heeft dus nut. Of planten pijn ervaren, weten we natuurlijk niet, maar het is niet implausibel. De evolutietheorie geeft opvallend weinig houvast voor een discussie over ethiek en misschien is dat maar goed ook.
Vragen die geen vragen zijn
De emotie
De introductie van het argument op basis van emotie is een bekende (volgende) zet. Zo is mij al gevraagd of ik eerder over een veld met planten of over levende puppy’s zou lopen. Om die vraag te beantwoorden, moet ik eerst altijd het verschil uitleggen tussen empathie en ethiek. Nadat men dat met veel ongeduld en tegenzin heeft aangehoord, dringt men aan op antwoord. Ik zou, net als de meeste mensen, kiezen om over planten te lopen om empathische redenen. Die laatste toevoeging is heel belangrijk en veelal onbevredigend gebleken voor de inquisitie, omdat het onduidelijk is of ik nu wel of niet veroordeeld kan worden. Een andere variant is vanuit een carnistische invalshoek (zie video van Melanie Joy), namelijk of ik onderscheid zou maken tussen het eten van een koe of een hond. Ook die kaatst, aangezien mijn ouders uit een cultuur komen, waarin het eten van honden, insecten en slangen geaccepteerd is. Deze vragen zijn natuurlijk geen vragen, maar vooropgezette vallen, die zonder vangst dichtslaan.

Melanie Joy over carnisme. De video bevat overigens feitelijke onjuistheden.

Het leidt uiteindelijk tot de dringende vraag of ik zelf vlees eet, waarbij is steevast stel dat ik daar de relevantie niet van zie. Voor de inquisitie is het kennelijk wel relevant, aangezien mijn standpunt kennelijk ingegeven moet zijn om mijn ongezonde leefstijl voort te kunnen zetten, zo wordt geïnsinueerd. Met dat argument introduceren ze overigens een derde onderwerp waar ze geen verstand van hebben, maar wellicht dat ik daar in de toekomst nog over blog. Wat ik eet vind ik niet relevant voor het debat, aangezien ik blog over armen, obesen en vrouwen, ondanks dat ik geen van drie ben. Daarnaast onderbouw ik mijn claims met wetenschappelijke literatuurreferenties. Het is dus veel interessanter om daar over te debatteren, dan over mij als persoon. Het verandert namelijk niets aan de vraag waarom je wel planten, maar geen dieren mag gebruiken als voedsel voor mensen.
Ad hominem in vermomming
De persoonlijke aanval
De vragen over mijn persoon zijn wel begrijpelijk, aangezien veroordelen het doel is van de inquisitie. Het debat wordt namelijk niet gevoerd om er van te leren, maar om het te winnen. In die kruistocht is alles geoorloofd, ook insinuaties of een openlijke persoonlijke aanval, een zogenaamde ad hominem. Ook ik schuw niet voor denigrerende opmerkingen tegen de persoon, maar er is een verschil. Het is namelijk bij mij niet in de plaats van inhoud. Het is pas nadat de ander gebrek aan kennis over het onderwerp demonstreert, maar het toch nodig vindt om het debat voort te zetten door de doelpalen te verzetten of op de man te spelen. Geen van twee, brengt het beste in mij naar boven. De morele superioriteit, de pretentieuze prietpraat en de ridiculisering worden inderdaad door mij, op weinig sjieke wijze beantwoord. Toch krijg ik wel eens subtielere reacties als ‘vind jij’ of ‘ je staat niet open’. De eerste is bedoeld om een argument of zelfs een feit te baggetaliseren tot een mening. De tweede is heel duidelijk een persoonlijke aanval, aangezien niet open staan iets zegt over de (houding van de) persoon. Het zijn veel voorkomende tactieken, die beschaafd lijken, maar niet veel anders zijn dan de wijze waarop Donald Trump debatteert. Het vervuilt het debat en leidt niet dichter tot het beantwoorden van vraag die geleid heeft tot deze reacties.
Conclusie
Vanuit een geocentrisch wereldbeeld, is het volstrekt logisch om te stellen dat planten op een lagere trede staan dan dieren of mensen. Het probleem is alleen dat er geen unidirectionele stapeling is van functie in de evolutie en dat er meerdere wegen zijn naar Rome. Het is niet onmogelijk dat planten kunnen lijden. Het is zelfs mogelijk dat dieren geen emoties hebben. Het zonder meer negeren van deze mogelijkheden, betekent dat men niet wil leren, maar een overtuiging wil opdringen. De compassie die getoond wordt voor dieren, blijkt in discussies niet op te gaan voor andersdenkenden. Dat is ironisch in een discussie over ethiek, die daarmee vooral religieuze trekjes vertoont. Ik blog niet om je te overtuigen, ik blog om er (zelf) van te leren en dat betekent dat je te kampen krijgt met andersdenkenden. En dat is uitstekend, aangezien jezelf omringen met alleen eensgezinden een hele goede manier is om middelmatig te blijven. Het is Middeleeuws.

Aanvullende notities:

Geraadpleegde bronnen: